Ga je het water op, dan zijn reddingsvesten écht onmisbaar. Je gaat er natuurlijk van uit dat alles soepel verloopt (want je hebt je vaarbewijs 1 gehaald met Theorie Toppers), maar mocht er toch iets misgaan, dan kunnen deze oranje vestjes je leven redden – letterlijk. In dit artikel vertellen we je alles over het verschil tussen zwemvesten en reddingsvesten, de Newton-klasse en meer. Lees vooral verder tot het eind, waar we ook meteen wat veelgemaakte examenfouten en voorbeeldvragen voor het Klein vaarbewijs 1 bespreken.
Wat is het verschil tussen een zwemvest en een reddingsvest?
Voordat we verder gaan en in de details duiken, willen we uitleggen dat een zwemvest en reddingsvest niet hetzelfde zijn. Het verschil zit hem in het drijfvermogen. De veiligheid van een zwemvest of reddingsvest wordt uitgedrukt in Newton. Hoe hoger het N-getal, hoe hoger het drijfvermogen, en hoe veiliger het vest.
Zwemvest (50 Newton)
Een zwemvest helpt je beter te drijven, maar het houdt je niet automatisch op je rug als je in het water ligt. Een zwemvest is speciaal gemaakt voor mensen die kunnen zwemmen en in situaties waar hulp snel aanwezig is. Denk aan laagdrempelige activiteiten dichtbij de kust zoals kajakken, kanoën of surfen.
Reddingsvest (100+ Newton)
Een reddingsvest is ontworpen om je veilig te houden als het écht misgaat. Het heeft genoeg drijfvermogen om je op je rug te draaien, ook als je bewusteloos raakt. Een zwemvest van 50 Newton kan dit niet en is daarom geen echt reddingsvest (want het redt je niet).
Wanneer gebruik je welk vest?
Kajakken of surfen: Een zwemvest van 50 Newton is in deze gevallen vaak prima, zolang je in rustig water bent en snel geholpen kunt worden als iets misgaat.
Varen op open water: Kies in dit geval een reddingsvest van 100 of 150 Newton, afhankelijk van je kleding en de weersomstandigheden.
Op zee of bij slecht weer: Dan draag je het beste een vest van 275 Newton.
Welke soorten reddingsvesten zijn er?
Ook niet elk reddingsvest is hetzelfde. Er zijn verschillende soorten, afgestemd op de omstandigheden waarin je vaart en wat je draagt. Het belangrijkste verschil zit in het drijfvermogen, dat we dus uitdrukken in Newton (N).
Hoe zwaar je kleding is, de mogelijkheid of er wel of geen luchtbellen in je kleding komen, of hoe ruig het water is, bepaalt hoeveel Newton je nodig hebt.
Overzicht van de Newton-klasses
Newton-klasse 100
Wanneer? Rustige binnenwateren, lichte kleding
Voorbeelden: Roeiboot, sloep, recreatief varen op meren
Newton-klasse 150
Wanneer? Open water, lichte kleding, slechter weer
Voorbeelden: Zeilen op open water, motorboot, recreatief varen op rivieren
Newton-klasse 275
Wanneer? Zee, zware kleding, extreme omstandigheden
Voorbeelden: Zeezeilen, beroepsvaart, offshore omstandigheden
Jouw reddingsvest: automatisch of handmatig opblaasbaar?
De meeste goede reddingsvesten zijn opblaasbaar. Maar wat betekent dit precies?
Automatisch reddingsvest: Deze blaast zichzelf op zodra het in contact komt met water. Handig!
Handmatig reddingsvest: Hierbij moet je zelf aan een trekkoord trekken. Net als de vesten in vliegtuigen.
Vaste schuimreddingsvesten: Hier zit lucht in en ze drijven dan ook altijd. Handig, maar ze belemmeren je wel in je bewegingsvrijheid.
Wanneer is een reddingsvest verplicht?
In Nederland is het niet altijd verplicht om een reddingsvest te dragen, maar in sommige situaties wél. Voor je vaarbewijs 1 examen moet je goed weten wanneer het dragen van een reddingsvest verplicht is en wanneer niet.
Wanneer moet je een reddingsvest dragen?
Snelle motorboten: Als je een snelle motorboot bestuurt (een boot die sneller kan dan 20 km/u) en je staat buiten te sturen, ben je verplicht een reddingsvest te dragen. Daarnaast moet er voor elke opvarende een reddingsvest met een drijfvermogen van minimaal 100 Newton beschikbaar zijn.
Waterscooters en jetski's: Iedereen aan boord (dus de bestuurder of degene achterop) moet altijd een reddingsvest dragen.
Beroepsvaart: Opvarenden van beroepsmatige schepen moeten een reddingsvest dragen bij het aan, of van boord gaan, in de bijboot, bij werkzaamheden buitenboord, of bij verblijf en werkzaamheden aan dek en in het gangboord. Let op, dit is alleen als er geen doorlopende reling van 90 centimeter aanwezig is.
Niet verplicht, wel aan te raden: Bij slecht weer, voor kinderen, mensen die niet kunnen zwemmen of bij koud water, is het echt aan te raden een reddingsvest aan of bij de hand te hebben. Let op: een zwemvest telt niet als reddingsvest in situaties waar een echt reddingsvest nodig is.
Veelgemaakte fouten op het vaarbewijs examen
Tijdens het Klein Vaarbewijs 1 examen worden er vaak fouten gemaakt bij het thema reddingsvesten. Hieronder bespreken we alvast de meest voorkomende fouten. Onthoud ze goed, zo weet je zeker dat je niet precies deze fouten maakt en scoor je weer extra punten!
❌ Zwemvest in plaats van reddingsvest bij bewusteloosheid
Een zwemvest van 50 Newton is niet geschikt wanneer iemand bewusteloos is. Met deze Newton-klasse word je niet automatisch op je rug gehouden (zodat je kunt ademen), wat dus supergevaarlijk is. In dit geval heb je een echt reddingsvest (100 Newton of meer) nodig.
Als je deze vraag krijgt, is de kans groot dat je hem fout beantwoordt als je hem niet goed oplet tijdens het lezen (je leest 'zwemvest' en 'reddingsvest' als één).
❌ Te zwaar vest voor rustige binnenwateren
Een vest van 275 Newton klinkt veilig en slim, maar is vaak onnodig zwaar en lomp voor rustig binnenwater wanneer je lichte kleding draagt. Je kiest in dit geval dus beter een lichtere klasse, bijvoorbeeld 100 Newton. Zo kun je je beter bewegen, wat je veiligheid ook weer vergroot.
❌ Verwarring over kleurgebruik
De standaardkleur voor reddingsvesten is oranje, omdat dit het beste zichtbaar is in het water. Andere kleuren bestaan wel, maar vallen minder op en zijn dus minder veilig in noodgevallen.
Extra tip: het examen test je niet alleen op theorie wat je natuurlijk leert met Theorie Toppers, maar ook op logisch nadenken. Denk dus altijd goed na over de omstandigheden van elke situatie voordat je antwoord geeft en lees goed voordat je antwoord geeft.
Examenvoorbeelden en oefenvragen
Vraag 1: Je gaat kajakken, welk vest draag je het best?
A: Zwemvest van 50 Newton
B: Reddingsvest van 100 Newton
C: Reddingsvest van 150 Newton
Juiste antwoord: A – Zwemvest van 50 Newton
Uitleg: Bij kajakken is bewegingsvrijheid belangrijk. Een zwemvest van 50 Newton biedt daarnaast voldoende drijfvermogen zolang er snel hulp aanwezig is.
Vraag 2: Je gaat bij hevige regenval het open water op en draagt lichte kleding. Welk reddingsvest is aan te raden?
A: Reddingsvest van 100 Newton
B: Reddingsvest van 150 Newton
C: Reddingsvest van 275 Newton
Juiste antwoord: B – Reddingsvest van 150 Newton
Uitleg: Bij open water en lichte kleding is 150 Newton voldoende, ook bij slechter weer. 100 Newton is de juiste keuze voor rustiger binnenwater, 275 is alleen nodig bij extreme omstandigheden en zware kleding en is dus een overkill in deze situatie.
Vraag 3: Wat is de internationale kleur van reddingsvesten?
A: Groen
B: Oranje
C: Zwart
Juiste antwoord: B – Oranje
Uitleg: Oranje valt goed op in het water, ook bij slecht weer of in het donker. Daarom is oranje de standaardkleur voor reddingsvesten.
Vraag 4: Een passagier is in het donker overboord gevallen en draagt een reddingsvest. Wat doe je eerst?
A: Je gooit een reddingsboei naar de drenkeling
B: Je vaart direct naar de drenkeling toe
C: Je gooit een lichtbaken naar de drenkeling toe
Juiste antwoord: C – Je gooit een lichtbaken naar de drenkeling toe
Uitleg: In het donker is het risico groot dat je de drenkeling uit het oog verliest. Een lichtbaken maakt de drenkeling beter zichtbaar.
Vraag 5: Een goed onderhouden opblaasbaar reddingsvest is minder goed dan een niet-opblaasbaar reddingsvest. Waar of niet waar?
Juiste antwoord: Niet waar
Uitleg: Beide soorten reddingsvesten kunnen even veilig zijn, maar wel altijd als je ze goed onderhoudt. Een opblaasbaar reddingsvest is niet per definitie minder goed.
Meer leren over reddingsmiddelen?
Wil je écht goed voorbereid zijn op je Klein Vaarbewijs 1 examen? Onze topper Quincy legt je meer uit over reddingsvesten + al het andere wat je moet weten om je vaarbewijs te halen. Denk aan handige trucjes, veel oefenvragen die lijken op de officiële examenvragen en samenvattingen. Bekijk hier al onze cursussen voor het Klein vaarbewijs 1 of het Klein vaarbewijs 2.
