Blog Post

Veelgemaakte fouten tijdens het vaarbewijs-examen en hoe je ze voorkomt

Quincy Berkleef - 4 min lezen

Een vaarbewijs halen klinkt misschien als iets wat niet al te lastig is, zeker als je al wat ervaring hebt. Maar onderschat het theorie-examen niet: de zenuwen, het onverwachte niveau (hoger dan je denkt!) en de hoeveelheid informatie kunnen behoorlijk overweldigend zijn. Je bent echt niet de enige die het onderschat.

In dit artikel bespreken we daarom de meest gemaakte fouten bij het vaarbewijs-examen en hoe je ze voorkomt. Zo vergroot je je slagingskans! Benieuwd naar leren met Theorie Toppers? Bekijk onze vaarbewijs-examenpakketten hier. Onze topper Quincy helpt je met veel enthousiasme, slimme tips en oefenvragen door de examenstof heen zodat jij makkelijk en snel je vaarbewijs haalt.

Wat houdt het vaarbewijs-examen in?

Er zijn twee soorten vaarbewijzen:

  • Vaarbewijs I is verplicht als je met een motorboot van meer dan 15 meter Γ³f sneller dan 20 km/u vaart op rivieren, kanalen en meren. Hiermee kun je goed uit de voeten tijdens de zomerse dagen.

  • Vaarbewijs II is aanvullend op deel I en geeft je toestemming om ook op open wateren zoals het IJsselmeer, Markermeer en de Waddenzee te varen. Dit is voor de echte liefhebbers.

Beide examens zijn theorie-examens en worden afgenomen via de computer bij het CBR.

De onderwerpen die je kunt verwachten zijn onder andere:

  • Het betonningsstelsel (boeien, tonnen en andere markeringen op het water)

  • Voorrangsregels op het water

  • Verkeersborden op het water

  • Weersinvloeden en vaaromstandigheden om rekening mee te houden tijdens het varen

  • Regels rond vaarbeperkingen en vaargebieden (je mag namelijk niet overal in)

Het examen Klein Vaarbewijs I bestaat uit 40 vragen. Je moet er minimaal 56 punten halen van de 80 (sommige vragen zijn meer punten waard). Voor Klein Vaarbewijs II geldt hetzelfde, maar de onderwerpen zijn uitgebreider en technischer omdat je op groter water vaart.

Hieronder bespreken we de veelgemaakte fouten van het vaarbewijs:

1. Verkeerd interpreteren van boeien en betonning

Op het water helpen boeien en andere markeringen je om veilig te varen. Ze geven aan waar het vaarwater loopt en waar je wel of niet mag varen, net al strepen op de weg. Toch halen veel kandidaten de betekenis van de kleuren, vormen en toptekens door elkaar. Vooral de rood-groen gestreepte boeien zijn berucht.

Oefenvraag:
Wat betekent een rood-groen gestreepte boei met rood aan de bovenkant?
A. Aan bakboord passeren
B. Aan stuurboord passeren
C. In het midden passeren

Correct antwoord: A
Deze boei markeert een nevenvaarwater dat aan bakboord van het hoofdvaarwater ligt (want rood staat boven). Veel mensen verwarren dit met β€˜groen boven = stuurboord’, wat klopt, maar dan moet de groene kleur dus bovenop zitten. Kijk dus goed naar wat boven en onder zit op de boei, want dat is uiteindelijk bepalend.

2. Foutieve inschatting van voorrangssituaties

Op het water gelden andere voorrangsregels dan op de weg. Zeilboten, roeiboten en beroepsvaart spelen allemaal een rol. Veel kandidaten gebruiken onbewust verkeersregels van de weg (rechts gaat voor) en dat zorgt voor fouten.

Oefenvraag:
Een zeilboot en een motorboot naderen elkaar op kruisende koers. Wie moet voorrang geven?
A. De zeilboot
B. De motorboot
C. Degene die van rechts komt

Correct antwoord: B
Zeilboten hebben voorrang op motorboten, tenzij anders geregeld. Dat geldt ook als de motorboot van rechts komt. Dit geldt niet als de zeilboot zijn motor gebruikt.

3. Onbekend met verkeersborden op het water

Op het water zijn er verkeersborden, net als op de weg. Alleen zijn ze minder bekend en ze lijken soms op verkeersborden voor auto's, maar hebben een andere betekenis. Veel mensen kennen de vormen en kleuren niet goed genoeg, waardoor ze vragen hierover missen.

Oefenvraag:
Wat betekent een rond blauw bord met een wit cijfer 9 erop?
A. Maximale snelheid 9 km/u
B. Minimale snelheid 9 km/u
C. Waterdiepte 9 meter

Correct antwoord: B
Een rond blauw bord duidt op een minimale snelheid. Een vierkant wit bord met rode rand en cijfer zou de maximale snelheid aangeven. Deze vraag test of je de borden goed herkent. Tip: bekijk en oefen met deze borden.

4. Onvoldoende kennis over weersomstandigheden

Het weer speelt een grote rol op het water. Wind, stroming en zicht kunnen je tocht maken of breken. Toch wordt dit onderwerp vaak als bijzaak gezien tijdens het leren. Ten onrechte: op het examen wordt je ook regelmatig getest op meteorologische kennis.

Oefenvraag:
Wat is het effect van wind tegen stroom?
A. Rustiger water
B. Hoger risico op steile golven
C. Geen effect

Correct antwoord: B
Als de windrichting tegen de stroom in staat, ontstaan er korte, steile golven. Dat maakt varen niet alleen onaangenaam, maar ook onveilig. Veel mensen denken bij stroming vooral aan rivieren, maar ook op meren en open water heeft dit echt een merkbaar effect.

5. Onderschatten van vaarbeperkingen

Sommige wateren zijn niet altijd toegankelijk. Er kunnen tijdelijke of permanente beperkingen gelden, bijvoorbeeld in natuurgebieden of bij sluizen. Veel kandidaten weten dat niet of verwarren algemene regels met uitzonderingen.

Oefenvraag:
Mag je altijd varen op natuurgebieden met een elektrisch aangedreven boot?
A. Ja
B. Nee, alleen met toestemming
C. Ja, maar alleen bij daglicht

Correct antwoord: B
Ook met een stille of schone aandrijving mag je niet zomaar overal varen. In beschermde natuurgebieden gelden specifieke regels, waarvoor je soms toestemming nodig hebt. Deze vragen gaan na of je bekend bent met uitzonderingen.

Hoe voorkom je deze fouten?

1. Herhalen, herhalen, herhalen

Je onthoudt stof beter als je het regelmatig herhaalt. Maak elke dag een paar oefenvragen en bekijk onze cursus meerdere keren. Gebruik flashcards of een samenvatting per onderwerp.

2. Oefen met realistische examenvragen

Een goede voorbereiding betekent weten wat je kunt verwachten. Met oefenexamens oefen je niet alleen op de inhoud, maar ook je snelheid en denkwijze. Oefenen met echte examenvragen helpt met herkennen wat belangrijk is en waar je nog steken laat vallen.

3. Leer visueel via een videocursus

Veel mensen onthouden informatie beter als ze beelden zien. Bekijk ook afbeeldingen van boeien, voorrangssituaties en verkeersborden. In onze videocursus zie je ze ook continu langskomen.

Wil je zeker slagen voor je vaarbewijs-examen?

Met onze interactieve videocursus bereid je je supergoed voor op alle onderdelen van het vaarbewijs-examen. Van het herkennen van betonning tot het juist interpreteren van weersinformatie. Je leert in je eigen tempo, op elk moment van de dag, perfect voor even tussendoor, maar ook voor lange avonden oefenen (onderuitgezakt op de bank!).

  • Visuele uitleg van lastige onderwerpen

  • Praktische voorbeelden en herkenbare situaties

  • Veel oefenvragen die lijken op het echte examen

Wil je goed voorbereid en met een gerust hart je vaarbewijs halen?

Ga nu aan de slag met onze vaarbewijs theoriecursus. Oefen slim, gericht en vergroot je slagingskans!

Start met het undefined pakket!